Schoenveter
Op 13 juli 2022 is de verdachte aanwezig in de psychiatrische instelling waar ze op dat moment behandeld wordt. Aan het begin van de middag loopt de verdachte rond met een schoenveter in haar handen. Ze zegt tegen de verpleegkundigen op de afdeling iemand te willen vermoorden. Een van de hulpverleners probeert haar tot rust te manen en geeft aan dat ze spullen waarmee ze zichzelf of anderen iets aan wil doen, in moet leveren. De verdachte loopt naar haar kamer toe. Wanneer diezelfde hupverlener vervolgens de kamer van de verdachte betreedt, staat de verdachte nog steeds met de schoenveter in haar hand. Opnieuw zegt ze iemand te willen vermoorden en blokkeert ze de weg voor het slachtoffer. Daarna gooit ze de schoenveter over het hoofd van het slachtoffer en trekt deze strak. Nadat het slachtoffer op de alarmknop drukt en om hulp roept, schieten andere medewerkers te hulp. Het slachtoffer wordt uiteindelijk met moeite bevrijd.
Poging tot moord
Volgens de rechtbank had de verdachte die dag het plan om het slachtoffer van het leven te beroven en had zij voldoende tijd om na te denken over dit plan. De rechtbank vindt dat er sprake is van opzet, omdat het handelen van verdachte ook gericht was op het om het leven brengen van het slachtoffer. Dat betekent dus dat er sprake is van poging tot moord. De vrouw gaf aan stemmen te horen die haar vertelden iemand te vermoorden. De verdachte is onderzocht door deskundigen en volgens hen was de vrouw, ondanks haar psychische stoornissen, nog in staat weerstand te bieden aan de stemmen. Omdat de stoornissen toch een bepaalde invloed hadden op de verdachte op het moment van de verwurging, wordt zij in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht.
Gedwongen behandeling
De verdachte wordt al langer behandeld voor haar stoornissen, maar tot nu toe met onvoldoende resultaat. De deskundigen schatten de kans dat verdachte nog een keer in de fout gaat hoog in. Hiermee is ze een gevaar voor zichzelf én voor anderen. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot tbs met dwangverpleging en een gevangenisstraf gelijk aan het aantal dagen dat de vrouw al in voorarrest heeft gezeten. Ze hoeft daarom niet terug naar de gevangenis en kan snel beginnen aan de tbs-maatregel. De rechtbank volgt daarmee het advies van de deskundigen en de eis van de officier van justitie.