BREDA - Het Openbaar Ministerie (OM) heeft besloten in appèl te gaan in de zaak van de 21-jarige man uit Breda die zijn zeven weken oude zoontje om het leven heeft gebracht. Het OM kan zich niet verenigen met de door de rechtbank opgelegde straf.

Woensdag 19 juni eiste het OM een gevangenisstraf van 9 jaar, tbs met voorwaarden en een zogenaamde GVM-maatregel (gedrags- beïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel tegen de man die volgens het OM schuldig is aan doodslag op zijn kind. De rechtbank legde de verdachte 7 jaar gevangenisstraf op en geen GVM. Het OM is het hier niet mee eens en stelt hoger beroep in.

In het appélschrift staat onder meer: Het OM kan zich niet verenigen met de hoogte van de opgelegde gevangenisstraf en het achterwege laten van het opleggen van de maatregel zoals bedoeld in artikel 38z Wetboek van Strafrecht.


Geen openheid

Het OM stelt zich op het standpunt dat de rechtbank onvoldoende rekening heeft gehouden met het feit dat verdachte geen openheid van zaken heeft gegeven. De rechtbank weegt niet mee dat verdachte niet zelf medische hulp heeft ingeroepen en aan zijn partner en de hulpverleners niet heeft verteld wat er daadwerkelijk met Livio was gebeurd.

Ook heeft verdachte wisselende verklaringen afgelegd en ontkent hij nog altijd het toegepaste geweld tegen Livio, een baby van slechts zeven weken oud. Een gevangenisstraf van zeven jaren doet volgens het OM geen recht aan de aard en ernst van het strafbare feit.

Toekomstige risico's



Daarnaast is het OM van mening dat de GVM-maatregel belangrijk is voor deze verdachte. Het OM ziet risico’s voor herhaling, mede omdat verdachte geen openheid van zaken heeft gegeven en we daarom niet weten hoe hij tot zijn daad is gekomen. In dat opzicht wil het OM graag de gelegenheid hebben de risico’s nogmaals in te schatten tegen de tijd dat deze jonge verdachte op vrije voeten komt.