Een dag later, 28 maart 2020, worden de moeder, de echtgenote en de twee jonge kinderen van de 36-jarige verdachte dood aangetroffen in hun woning. Verdachte, die na zijn aanhouding bekende zijn moeder om het leven te hebben gebracht, ontkent iets te maken te hebben met de volgens hem eerdere dood van zijn vrouw en kinderen. De alternatieve verklaring van verdachte, namelijk dat verder onbekende personen uit het buitenland zijn gezin hebben omgebracht, acht het OM volstrekt ongeloofwaardig.
In eerste aanleg eiste de officier van justitie dan ook een levenslange gevangenisstraf. De rechtbank ging uit van driemaal doodslag en eenmaal moord en legde aan verdachte een gevangenisstraf van 30 jaar op. De rechtbank stelde dat er bij het eerste slachtoffer mogelijk al sprake is geweest van gepland handelen en dat voorbedachte raad niet kan worden uitgesloten maar met onvoldoende zekerheid kan worden vastgesteld.
Het OM ziet dat anders en ging, evenals verdachte, in hoger beroep.
Modus Operandi
Hoewel verdachte ontkent en zich veelal op zijn zwijgrecht beroept stelt het OM dat veel er op wijst dat verdachte verantwoordelijk is voor de levensberovingen. Alle vier de slachtoffers zijn met snoeren gewurgd, nadat zij gedrogeerd zijn. Uit een getuigenverklaring blijkt dat verdachte zijn moeder heeft gebeld en heeft gevraagd om naar huis te komen om op een van de kinderen te passen. Verdachte verklaart dat hij zijn moeder vervolgens om het leven heeft gebracht om haar het leed als gevolg van zijn gedode gezin te besparen. Voor de aanwezigheid van derden in de woning, die het gezin zouden hebben omgebracht, is volgens het OM in het bewijs geen enkele ondersteuning te vinden.
Aannemelijk motief
Op basis van het onderzoek acht het OM wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zijn gezin en zijn moeder met voorbedachte rade om het leven heeft gebracht. Het motief blijft echter onduidelijk; verdachte ontkent immers iedere betrokkenheid bij de dood van vrouw en kinderen. De advocaat-generaal acht het mede op basis van een rapport van het PBC aannemelijk dat verdachte ten gevolge van forse (gok)schulden en de vrees voor gezichtsverlies tot zijn daden is gekomen. Verdachte is onderzocht maar over de toerekenbaarheid kunnen de deskundigen geen uitspraak doen nu verdachte grotendeels ontkent en voor het overige onvoldoende heeft meegewerkt. Door het OM wordt verdachte volledig toerekeningsvatbaar gehouden.
Levenslang
“Dit betreft een casus die naar zijn aard al uitzonderlijk is. Verdachte heeft een viertal mensen die hem als echtgenoot, respectievelijk zoon en vader, onvoorwaardelijk vertrouwden het recht op leven ontnomen en daarmee blijk gegeven van een volstrekt gebrek aan respect voor het meest fundamentele recht van een mens. Moord is het ernstigste misdrijf dat ons strafrecht kent. De wijze waarop hij dit heeft gedaan – onder andere de planmatige aanpak, de rust en de tijd die hij nam voor de vier moorden - zijn niet te bevatten. De ernst van het bewezenverklaarde wordt door deze kille en berekende manier van handelen door de verdachte versterkt“, aldus de advocaat-generaal bij het requisitoir.
De advocaat-generaal stelt dat, zelfs wanneer het hof de redenering van de rechtbank ten aanzien van de voorbedachte rade zou volgen en ook tot bewezenverklaring van éénmaal moord en driemaal doodslag zou oordelen, ook in die situatie enkel een levenslange gevangenisstraf een passende straf is voor verdachte, gelet op de ernst van de feiten en de proceshouding van verdachte.
Het hof doet uitspraak op 4 juli om 09:00 uur.