BREDA - Een 26-jarige man en zijn 27-jarige ex-vriendin zijn door de rechtbank Zeeland-West-Brabant vrijgesproken van mensenhandel. Volgens de rechtbank staat onvoldoende vast dat de verdachten 3 vrouwen dwongen in de prostitutie te werken.

De verdachten hadden een relatie met elkaar. Via seksadvertenties op websites werden de diensten van 3 vrouwen aangeboden. Vervolgens werden er seksafspraken gemaakt. De mannelijke verdachte onderhield contact met de klanten, bracht de vrouwen naar de seksafspraken, haalde ze weer op en stuurde de vrouwen aan. Hij ontving hiervoor de helft van de opbrengst van de werkzaamheden plus een onkostenvergoeding van 50 euro per dag. De vrouwelijke verdachte begeleidde 2 vrouwen.


Voor de rechtbank is het duidelijk dat met name de mannelijke verdachte betrokken is geweest bij de prostitutie van de 3 vrouwen. Maar werden de vrouwen ook door verdachten gedwongen in de prostitutie te werken? Er is sprake van dwang als er bijvoorbeeld geweld wordt gebruikt, wordt gedreigd met geweld of als er misbruik wordt gemaakt van de kwetsbare positie van de vrouwen of als er sprake is van misleiding. Zodra prostitutiewerkzaamheden onder dwang worden verricht, kun je spreken van seksuele uitbuiting. De rechtbank vindt niet wettig en overtuigend bewezen dat er daadwerkelijk (dwang)middelen zijn toegepast door verdachten. Zij worden vrijgesproken van mensenhandel.


De vrouwelijke verdachte is nog wel veroordeeld tot het betalen van 500 euro, omdat zij één van de 3 vrouwen heeft mishandeld. Deze mishandeling vond plaats na een ruzie over het rijden in haar auto. Ook de mannelijke verdachte is wel voor een ander strafbaar feit veroordeeld. De rechtbank heeft 1 maand celstraf aan hem opgelegd voor het bezit van en handel in harddrugs.